NICC

X

NICC-COLUMNS IN HART – Wanneer eindelijk een fatsoenlijke ondersteuning van onze kunstenaars?

Het NICC ijvert als belangenbehartiger van de professionele beeldende kunstenaars (er bestaat daarnaast ook een gesubsidieerde ondersteunende organisatie voor amateurskunsten) al jaren voor een degelijke ondersteuning van zijn kunstenaars.

Slechts een 15–tal kunstenaars kunnen van uitsluitend de opbrengst van hun werk leven. Deze zijn aangesloten bij een internationale kapitaalkrachtige galerij of hebben een enorm ondernemerstalent, waarmee niet per sé iedere kunstenaar gezegend is. Meestal zijn onze kunstenaars  kleine zelfstandigen, die overleven dankzij een bij-job zoals lesgeven, vaak deeltijds in het kunstonderwijs, maar ook in een schrijnwerkerij e.d. tot zelfs van een uitkering leven, met alle moeilijkheden van dien.

Ik herinner mij dat ik in 1988 de Vlaamse Gemeenschap op de Biënnale van Venetië in het Belgisch paviljoen vertegenwoordigde met als statuut dat van een werkloze vrijgesteld van stempelcontrole, werkzaam in het toenmalige SMAK. Datzelfde statuut hadden toen ook Thierry de Cordier en Patrick Van Caeckenberg.  Op de Biënnale had ik toen angst om opgemerkt te worden op TV of op de voorpagina van de Knack door één of andere controlecommissie. Dergelijke situatie is typisch Belgisch of Vlaams: toestanden, die men in West-Europese landen zelden meemaakt tenzij in Griekenland of Portugal.

Dit voorbeeld is exemplarisch voor de gebrekkige ondersteuning van onze Vlaamse professionele kunstenaars. Die overheidssteun behoort tot de laagste in Europa: jaarlijks 550.000 € de recentste jaren, 200.000 € minder dan voordien. In Nederland is er voor de beeldende kunstenaars, zelfs na de schandalige en rampzalige besparing van 30 % op het budget van de Cultuursector, nog 10 keer meer subsidiegeld dan voor hun Belgische collega’s. Daar komt nog steeds 40 % van het beeldende kunstenbudget toe aan kunstenaars.

Bovendien gaat de overgrote aandacht naar tijdelijkheid: theatervoorstellingen, concerten, opera’s e.a. of tijdelijke tentoonstellingen met internationale namen, op enkele uitzonderingen na. Het aankoopbudget voor kunstwerken van hedendaagse kunstenaars is bij de Vlaamse Gemeenschap simpelweg verdwenen: in het toekomstige kunstenerfgoed zal onze huidige periode schitteren door afwezigheid!  De aankoopbudgetten van onze musea zijn pijnlijk laag, in vergelijking tot de hedendaagse internationale kunstmarktprijzen.

Zelfs in het statuut van de kunstenaar wordt de scheppende kunstenaar gediscrimineerd: beeldende scheppende kunstenaars komen simpelweg niet in aanmerking.

Ik denk persoonlijk dat er in Vlaanderen bij benadering zo’n 120-tal interessante beeldende kunstenaars actief zijn. Men kan veronderstellen dat er een potentieel van ca. 40 min of meer beginnende kunstenaars in de startblokken staat (20 jaar t/m 35 jaar). Daarnaast zie ik een 60-tal kunstenaars, die tot de middengeneratie behoren (35 jaar t/m 55 jaar) en een 20-tal van de oudere generatie, die nog actief  zijn.

Deze steunpilaren van de hedendaagse beeldende kunst in Vlaanderen zouden een degelijke, desnoods langdurige ondersteuning moeten krijgen en hun werken zouden moeten aangekocht worden door de Vlaamse Gemeenschap: een win-win situatie want dit is het erfgoed voor de toekomst.

Het NICC is in bespreking met het Kabinet, BAM, de Commissie en het Agentschap om

daar nu eindelijk eens dringend een verandering ten goede in te krijgen: “zonder kunstenaars is er geen kunst”.

Guillaume Bijl, beeldend kunstenaar / voorzitter van het NICC.

Press

close

NICC

NICC