NICC

X

NICC-COLUMNS IN HART – Op de guillotine met de Vlaamsche subsidiemachine

Moet ik ook weer iets zeggen over het subsidiebeleid van de Vlaamsche gemeenschap en de zucht van kunstenaars naar ondersteunende gelden?

Zaniken en venijnig zeuren zijn jarenlang mijn geliefkoosd tijdsverdrijven geweest. Maar ik ben dit beu, net als ik het eeuwigdurend gebleit en geblaat van kunstenaars om hogere en meer toelagen te krijgen meer dan genoeg heb aangehoord.

Schaf voor mijn part het Ministerie voor Cultuur af. Dan zijn we verlost van die jammerende doodsreutel. En dan weten ineens ook die duizenden grijze cultuurambtenaren, die onze navelstarende regio rijk is, hoe het is om jaar in/ jaar uit in het financiële ongewisse te leven. Kunnen ze samen met troepen kunstenaars op straat ronddolen op zoek naar de ratten die in alle stilte de vetpotten leegsmullen om dan met een zelfgenoegzame glimlach de horden miserabelen gade te slaan vanuit hun met bladgoud opgesmukte riolen.

Welke inborst ligt nu wakker of deze of gene schreeuwlelijkerd een eurootje subsidie meer of minder krijgt? Wat zou de belastingbetaler zich zorgen maken over de eeuwig in twijfel badende kunstenaar, als hij na een lange werkweek zijn droeve bestaan even wil opfleuren met een concert, voorstelling of exhibitie van waarheidsvreemde objecten, terwijl hij opnieuw diep in de beugel moet tasten voor een ingangskaartje?

Ik kan er mij zeer goed in vinden dat Jan-met-de-Pet en Carine-met-de-Steunkous, wiens inkomen zwaar onder druk staan door belastingen en sociale bijdragen, al lang geen boodschap meer hebben aan het oeverloos gezeur van chaotische malloten om hun artistieke therapiëen nog eens extra te laten bekostigen door de overheid.

Anderzijds moet het mij toch ook van het hart dat het groeien en bloeien van de kunsthandel ongekende hoogtes blijft kennen. Een voorbeeld voor onze economie, onze bedrijfsleiders, bankiers en politici.

Wordt het dan niet de hoogste tijd dat onze cultuurambtenaren zich minder bezighouden met het zich verkneukelen aan de emotionele uitingen der kunstenaars dan wel zich eerder zouden buigen over de schijnbaar onoverbrugbare verschillen tussen de inkomens uit de kunsthandel en het gebedel om overheidskruimels?

Want de inkomens voortvloeiend uit kunsthandel en –nijverheid en parallel daaraan het aanbod aan werkgelegenheid is een gigantische veelvoud van die schamele aalmoezen waar onze emojongens en –meisjes dagelijks elkaar het hoofd voor inslaan.

Ik zou het ook kunnen hebben over het witwassen van zwart en/of misdaadgeld waarvoor kunst het perfecte mechanisme vormt, maar dat durf ik niet(meer).

In ieder geval, er valt nog hopen geld te verdienen met kunst, ook voor de overheid. Alleen de meeste kunstenaars, in gelijk welke discipline, blijven gegijzeld in een, door de Vlaamsche overheid in stand gehouden, wurghouding door ambteno’s die de tyfusverspreidende Romantiek als ideale situatie blijven zien waarin kunstenaars hun zelfgekozen lot moeten onderdompelen.

“Laat kunstenaars maar ongeordend en kakofonisch hun ongenoegen spuien. Het zijn voorbereidende schetsen voor meesterwerken waarvan er nu en dan eentje wordt gefêteerd in één of andere grote instelling in het buitenland, met de daarmee gepaard gaande receptie vol beroemdheden en andere natte droomopwekkende personaliteiten.” Dixit een onbestaande culturo-functiono.

Dus ik roep alle kunstenaars op om nooit nog om subsidies te smeken. Eis gewoon de ganse pot op!

Respectloze ongehoorzaamheid en een gezond je m’enfoutisme is het beste wapen om de legitimiteit van een ministerie voor cultuur en zijn leger naijverige parasieten in vraag te stellen.

Jan Van Imschoot Gent 23 februari 2013

Press

close

NICC

NICC