NICC-COLUMNS IN HART – Evaluatie van het Kunstendecreet: eindelijk op weg naar een kunstbeleid mét kunstenaars?
Net voor de jaarwisseling ging de brede kunstensector op zoek naar de gebruikelijke goede voornemens en evalueerde in de Antwerpse Singel het huidige Kunstendecreet. NICC was uitgenodigd om aan het debat deel te nemen en daar de mening van de beeldende kunstenaar te vertegenwoordigen. De introductie oogt veelbelovend. Een goed kunstenbeleid zou volgens de organisatoren steunen op 2 belangrijke kenmerken, waarvan vooral het tweede – de kunstenaar centraal stellen – als muziek in de oren klinkt! Groot is daarom de verwondering dat er de volledige eerste helft van de discussie uitsluitend over kunstenorganisaties gesproken wordt.
Onterechte verbazing bij nader inzien, want ook ex-minister van Cultuur Anciaux lanceert met zijn “regels van de kunsten” in de vorige ART prikkels voor een vernieuwd Kunstendecreet zonder één woord vuil te maken aan de (individuele) kunstenaar! Daar troont dus de fundamentele zwakte in de erfenis van het Vlaamse Kunstendecreet: alle aandacht gaat naar de organisatie van kunst door kunstinstellingen. De individuele scheppende kunstenaar loopt erbij als gratis accessoire. Wellicht vanuit de denkpiste dat kunstenaars altijd kunst zullen blijven produceren, ongeacht de arbeidsvoorwaarden. Ook de concrete cijfers voor ondersteuning van de individuele beeldende kunstenaar zijn hallucinant in hun kleinschaligheid: amper een half procentje van het kunstenbudget.
Sinds 2010 is dat bedrag van driekwart miljoen bovendien nog eens geamputeerd naar een half miljoen euro.Wanneer eindelijk de positie van de kunstenaar aan bod komt, valt het schrille contrast op tussen de stortvloed aan interessant denkwerk ten behoeve van de instellingen en de afwezigheid van ideeën om de positie van de kunstenaar verbeteren. Het goede nieuws is dat het jarenlange bekeringswerk bij minister en politici, het symposium vorig jaar in het M HKA en de vele andere interventies van NICC eindelijk geleid hebben tot een mentaliteitswijziging. Politici en cultuurbemiddelaars zijn er zich vandaag van bewust dat de kunstwereld de individuele kunstenaars nodig heeft.
Nu moet NICC nauwlettend toezien dat die goede voornemens ook effectief omgezet worden in een aangepaste regelgeving en rechtvaardige financiering. Een eerste stap daarbij is een belangrijk deel van de 10 % te verdelen projectmiddelen inzetten voor de steun aan kunstenaars. Die individuele kunstenaar wordt niet gediend met de vaak gehoorde, paternalistische benadering waarbij hij bijgeschoold moet worden om meer en betere subsidiedossiers te schrijven. Zijn creatieve dynamiek is niet gebaat bij een inkapseling in het vandaag regerende systeem van betuttelende kunstbureaucratie. Overheid, organisatoren en bemiddelaars kunnen beter met kunstenaars als volwaardige partners aan tafel gaan zitten om een nieuwe manier van samen functioneren te bedenken. Met creatief denkwerk winnen beide partijen. De overheid kan haar investering in de ontwikkeling van kunstenaars en de productie van kunstwerken recupereren via een return-on-investment wanneer een gesteunde kunstenaar doorbreekt op de internationale kunstmarkt. Of koopt op een goedkope manier toekomstig erfgoed aan.
wordt vervolgd
Mark Swysen is beeldend kunstenaar, bestuurslid bij NICC en master in beeldend onderzoek.