NICC

X

NICC Spreekt met de administratie over correcte beoordeling van de kunstenaar

1 augustus 2017

Geachte minister,

Geachte heer Sven Gatz,

Op 16 juni 2017 hadden wij het genoegen om met dhr. Luc Delrue, als afdelingshoofd van de administratie Kunsten en Erfgoed, een constructief gesprek te voeren over de actuele stand van zaken en de verdere ontwikkeling van de ondersteuning van professionele beeldende kunstenaars door de Vlaamse Gemeenschap en de mogelijke initiatieven die hieromtrent zowel binnen administratie op als op niveau van kabinet en Vlaamse Regering genomen kunnen worden.

Graag geven wij vanuit NICC, als belangenbehartiger van de professionele beeldende kunstenaars, al 20 jaar actief sinds 1998, u graag de belangrijkste aandachtspunten van dit gesprek mee en hopen ten zeerste dat we met u en uw kabinet hierover verder in gesprek kunnen treden.

Laat ons beginnen met u te feliciteren met de herintroductie van een werkingsbudget voor een Vlaams aankoopbeleid hedendaagse kunst. Er bestaat een brede consensus over de effectiviteit van een aankoopbeleid als een belangrijk ondersteunend instrument. Het waardeert kunstenaars, het maakt hen zichtbaar, het steunt hen en hun galerieën financieel mits return, het brengt hen in publiek domein. Het werk van hedendaagse beeldende kunstenaars is het erfgoed van morgen en kan vandaag voor een fractie van de prijs aangekocht worden dan dat het binnen pakweg tien jaar zal kosten. Het is niet alleen een vorm van erkenning en een eerlijke financiële return, maar een belangrijke bijdrage aan het Vlaamse patrimonium.

NICC is dan ook erg erkentelijk voor uw initiatief om in het najaar 2016 het actuele aankoopbeleid terug in voege te stellen met een eerste bescheiden budget van 100.000 euro en in het voorjaar 2017 een uitbreiding met 150.000 euro aan te kondigen. NICC is benieuwd hoe deze maatregel zich kan verankeren in een transparant en duurzaam beleid inzake aankoop hedendaagse kunst over de legislaturen heen.

Zoals u zeer goed weet, bedragen, in vergelijking met de buurlanden bedragen, de huidige aankoopbedragen voor actuele musea zeer weinig. Een performant kunstenaarsbeleid in de vorm van rechtstreekse ondersteuning via beurzen en projectsubsidies is dan ook cruciaal voor de vele professionele beeldende kunstenaars die momenteel geen inkomsten verwerven uit prestaties geleverd in de sector of via verkoop in het binnenland.

NICC voert dan ook een vurig pleidooi voor een reële opwaardering van de projectmiddelen als cruciaal instrument om de huidige generatie professionele beeldende kunstenaars te kunnen laten werken. Uw recent genomen initiatief van de introductie van ‘doorbraaktrajecten scheppende kunstenaars’ kadert dan ook binnen deze beleidslijn en achten we erg lovenswaardig. Wij hopen ten stelligste dat dit een aanvullende maatregel is en dat deze niet ten koste gaat van de beschikbare middelen van de actuele instrumenten rechtstreekse ondersteuning voor beeldende kunstenaars.

NICC wenst immers uw hoogdringende aandacht te vestigen op de bijzondere precaire situatie van de professionele beeldende kunstenaars in het actuele kunsten- en beleidskader.

De studie ‘Loont passie? Studie naar de inkomenspositie van individuele kunstenaars’, 2016leert dat beeldend kunstenaars het laagste netto jaarinkomen hebben, met een mediaan op € 13.786. Een kwart van hen heeft een jaarinkomen van € 7.000 of minder. Slechts 1 op 10 professionele kunstenaars verwerft via de uitvoering van de eigen kunstenaarspraktijk een inkomen dat die praktijk kan financieren. Terwijl volgens een gerichte bevraging die NICC uitvoerde in 2008 de gemiddelde investeringen van beeldend kunstenaars 31.135 euro op jaarbasis bedraagt. 90% van de beeldende kunstproductiebudget wordt gefinancierd door kunstenaars zelf.
Binnen de sector van organisaties BK bestaat er (nog) geen geïntegreerde praktijk om beeldend kunstenaars correct te verlonen volgens CAO, noch om professionele contracten met loonsberekening voor gewerkte dagen in functie van productie en presentatie af te sluiten.

In de relatief jonge sector van de BK werd er geen inhaalbeweging gerealiseerd, ook niet op het vlak van rechtstreekse ondersteuning, deze bleef gedurende jaren stabiel op 750.000 – 800.000 euro met een dieptepunt in 2011 op 500.000 euro, in 2013 leek met 900.000 euro de inhaalbeweging voor de beeldende kunstenaar ingezet, maar in 2014 wordt opnieuw het dieptepunt van de ‘crisisjaren’ bereikt met 606.000 euro. Dit betekent m.a.w. al een jarenlange achteruitgang. Over al deze jaren heen vloeit slechts ong. 3 % van het BK-budget rechtstreeks terug naar de beeldende kunstenaar in het algemeen. Pleidooi voor meer transparantie in de opvolging van de evoluties van de sectoren, met name voor Beeldende Kunst.

Rechtstreekse ondersteuning aan kunstenaars geeft een krachtig signaal dat overheid investeert in de talentvolle en professionele ontwikkeling van b.kunstenaars en hun positionering op nationaal en internationaal niveau. Bovendien moeten de projectmiddelen de nodige dynamiek en instroom in de sector garanderen.
In vergelijking met buurlanden zoals Nederland, Duitsland en Denemarken ligt de ondersteuning van individuele beeldende kunstenaars door de Vlaamse Gemeenschap (en nog in zeer beperkte mate door steden en gemeenten) aanzienlijk lager.

Samen met de verenigde sector beeldende kunsten – zowel kunstenaars als beeldende kunstenorganisaties – acht NICC de actuele tendens om steeds minder werkbeurzen en subsidiedossiers van professionele beeldend kunstenaars te honoreren dan ook erg alarmerend.

Daarom pleit NICC voor

1. een verankerde en duurzame positie van de projectmiddelen als belangrijk signaal om de theorie van Kunstenaar Centraal ook in de praktijk te kunnen omzetten

2. een evaluatie en herziening van de huidige beoordelingsprocedure van de projectmiddelen kunstenaars door kabinet en administratie in overleg met de sector

In bijlage bezorgen we u dan ook graag het overzicht van een reeks constructieve voorstellen in functie van concrete beleidsinitiatieven en bijsturingen, zoals we deze ook tijdens het gesprek met dhr. Luc Delrue hebben overlopen, en die, naar we hopen, effectief kan leiden tot een meer praktijkgericht en performant kunstenaarsbeleid voor individuele professionele beeldende kunstenaars.

NICC is verheugd over de mogelijkheid die het nieuwe Kunstendecreet biedt voor meerjarige beurzen, maar de bedragen blijven laag in vergelijking met de praktijkkosten van beeldend kunstenaars. Toekenning van volwaardige ‘werkbeurzen’ aan een gediversifieerde doelgroep van kunstenaars (jong, mid-career, gevestigd) blijft cruciaal.
Bij de beoordeling van de structurele werkingssubsidies binnen het Kunstendecreet werd rekening gehouden met criteria als ‘aandacht voor een correcte vergoeding van kunstenaars’ en ‘ondersteuning van kunstenaars, met specifieke aandacht voor startende kunstenaars’ om de kunstinstellingen en de kunstenorganisaties met een werkingssubsidie attent te maken op hun verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor de uitbouw van duurzame carrières van kunstenaars. In de structurele ronde organisaties en in de controle van de werkingen wordt hier echter onvoldoende tot geen rekening mee gehouden. Zonder incentives van beloning (verhoging subsidiebedrag) en/of controle (vb. op moment van administratieve controle) blijft de correcte vergoeding binnen sector BK dode letter. In Nederland is er een tijdelijk 1-jarig fonds van 600.000 euro opgericht om de overgangsmaatregel richting correcte vergoeding door presentatie-instellingen BK ingang te doen vinden.
Door het schottenloze Kunstendecreet, kalft het aandeel BK van toekenningen binnen projectmiddelen nog verder af, daar waar het initieel bedoeld was om die doelgroep van vaak op individuele basis (zonder ondersteunende structuren) werkende beeldende kunstenaars te ondersteunen.  Waarom wordt er geen onderzoek en monitoring gevoerd naar een reële inhaalbeweging sector BK gecombineerd met een engagement van (grotere) organisaties BK en Vlaamse instellingen om bestaande CAO’s na te leven. Richtlijnen voor Kunstenaarshonoraria voor kunstenaars naar het voorbeeld van Nederland kunnen een oplossing bieden. http://kunstenaarshonorarium.nl/richtlijn-kunstenaarshonoraria/ gecombineerd met een onderzoek naar de positie BK in Vlaanderen; Zie ook het Nederlands onderzoek Collectieve Selfie van BKNL https://www.mondriaanfonds.nl/leestafel/een-collectieve-selfie-beter-zicht-op-beeldende-kunst/
voorzie een fonds voor hangrecht – vergoeding voor tonen van bestaand werk in tijdelijke tentoonstellingspresentaties

NICC pleit voor het het herstel vertrouwen tussen overheid en kunstenaar als

= kritische succesfactor voor professioneel kunsten(aars)beleid

= instrument voor reële planlastverlaging en transparantie

Probleemstelling:

Waarom worden de aanvraagdossiers van projectmiddelen, en dus ook van kunstenaars, strenger beoordeeld dan die voor professionele kunstenorganisaties als de projectmiddelen voor de nodige instroom en dynamiek in de sector moeten zorgen? Zo creëert men het risico van een generatie dossierkunstenaars?
Er is gebrek aan vertrouwen tussen beoordelaars en administratie en overheid: het werk van de artistieke beoordelaars uit de sector wordt teniet gedaan door een overdreven administratieve reflex, waarbij de zeer goed beoordeling door de administratie door 1 enkele persoon de douaniersfunctie is voor een eventuele toekenning. Dit zorgt voor bloedarmoede bij beoordelaars. Administratie vervult niet de douanefunctie van de projectmiddelen.
er is gebrek aan vertrouwen tussen kunstenaars en overheid; een gevoel van ‘berusting’ en wantrouwen ontstaat indien waardevolle kunstenaars een afwijzing ontvangen op basis van een verkeerd aangekruiste functie, een vergeten offerte of een onvolledige Excellfile. De functieverdeling tussen reflectie, productie, presentatie en reflectie werken vaak verwarrend. Praktijkvoorbeelden zijn legio. Een constructieve dialoog tussen kunstenaar en administratie verhelpt al veel problemen.
Systeem van steeds wisselende commissies en steeds wisselende beoordelaars zorgt voor gebrek aan expertise en continuïteit; er is geen transparantie en overeenstemming tussen de criteria die gehanteerd worden door de verschillende commissies om te beoordelen wat nu goed of zeer goed, er is ook onvoldoende overeenstemming tussen wat de zakelijke beoordelaar tot goed of zeer goed categoriseren. Voorzie ook commissies en administratie van correcte richtlijnen over hoe kunstenaars vergoed en verloond moeten worden, zowel op zelfstandige basis als in loondienst.
Te veel kunstenaars ervaren feedback als oppervlakkig, summier, onjuist, overbodig, belerend en geschreven zonder kennis van zaken.
Onvoldoende transparantie in de aanvragen, welke sector, de adviezen en de uiteindelijke toekenningen; alle aanvragen en niet-toekenningen moeten onmiddellijk zichtbaar zijn voor elke beslissingsronde.
sinds besparing Schauvliege heeft NICC een structureel overleg geïnitieerd met BBK, Kunstenloket, VOBK, steunpunt BAM en administratie Kunsten en Erfgoed hoe elk van deze spelers vanuit eigen rol en verantwoordelijkheid de positie van de individuele beeldende kunstenaar kan versterken – hoe deze expertise opnieuw integreren in de beoordelingsprocedure?

Oplossingen: Naar duurzaam vertrouwen

Beoordelingsprocedure

herziening van de samenstelling Beoordelingscommissies; terug naar een systeem van peer-to-peer door mensen die dicht bij de kunstenaarspraktijk staan en ruime praktijkkennis bezitten – introductie van minimum van 2 kunstenaars in de BBK
Schaf de categorieën zeer goed – onvoldoende af binnen projectmiddelen af.
Het artistieke advies primeert op het zakelijke advies. Het zakelijke dossier dient ter ondersteuning van het artistieke project en moet kunnen bijgestuurd worden na verduidelijking en open communicatie tijdens de beoordelingsfase zelf. Binnen peer-to-peer commissies is er voldoende expertise over budgetten en begrotingen om over relatief kleinere bedragen op een meer eenvoudige en autonome manier te kunnen beslissen. Bij budgetcontrole kan de zakelijke beoordelaar van het departement dan terug ingeschakeld worden.
Indien een dossier naar een volgende beoordelingsronde wordt uitgesteld, dan moet dit eerst ter goedkeuring voorgelegd worden aan de kunstenaar; die vaak gebonden is aan eerdere, vaak internationale afspraken.
de reële kunstenaarspraktijk dichter bij de BBK brengen of eerder vice versa; studio visits en professionele rapportage met verhaalrecht kunnen vertrouwen weer doen opbouwen.
Naar een planlastverlaging

systeem van aanvraag van werkbeurs is eenvoudig en wordt als positief ervaren, enkel kan er meer ruimte voorzien worden voor beeldende documentatie
systeem projectmiddelen wordt als zeer administratief ervaren met overdreven vereisten inzake zakelijke-financiële verantwoording

administratie moet in direct contact treden met de kunstenaar indien er een onvolledigheid of onduidelijkheid is in het zakelijke dossier
om dossierlast te beperken qua instroom, kan er voor relatief jonge kunstenaars nagedacht worden over bijkomende criteria, vb. van minimum 3 geloofsbrieven van kunstenaars/curatoren/sectorexperts

Wij tekenen met hoogachting,

Josine De Roover,

namens de voltallige raad van bestuur van NICC

(Guillaume Bijl, Wim Catrysse, Pierre Mertens, Ria Pacquée, Koen van den Broek, Rinus Van de Velde, Philippe Van Damme, Wouter Van der Hallen, Jan Van Imschoot, Gert Verhoeven, Shanglie Zhou)

Engagement

close

NICC

NICC